Hoe te sparen voor pensioen? Beleggen of hypotheek aflossen?
  • ZZP’ers nog vaak niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid

    TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben onlangs een tweejaarlijkse enquête onder ruim zesduizend zzp’ers uitgevoerd. Wat blijkt? Zzp’ers profiteren mee van het economisch herstel maar steeds minder zzp’ers hebben een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV).

    “Een AOV is te duur”

    Een veelgehoord argument is dat een AOV te duur is. “En je krijgt toch niet waar je voor betaalt”. Duur is een relatief begrip. Dat een verzekeraar niet levert, een hardnekkig misverstand.

    Het broodfonds als alternatief?

    Een broodfonds (maximaal vijftig deelnemers) keert afhankelijk van de maandelijkse inleg uit aan wie langer dan een maand ziek is. De uitkering is zowel qua hoogte als duur ‘bescheiden’. De inleg navenant. Hoewel het broodfonds zeker in een behoefte voorziet, is het geen volwaardig alternatief voor een AOV.

    “De verzekeraar keert toch niet uit”

    Een premie incasseren en een polis opmaken kan iedereen. Een goede verzekeraar onderscheidt zich op het moment dat de verzekerde arbeidsongeschikt raakt. In het adviestraject selecteren wij aanbieders op prijs én kwaliteit. De prijs blijkt klip en klaar uit de offerte. De kwaliteit – hoe gedraagt een verzekeraar zich zodra er een claim wordt ingediend – is minder zichtbaar. Maar daar komt onze ervaring om de hoek kijken. Wij doen alleen zaken met partijen die zich betrouwbaar hebben getoond.

    Toch maar eens onderzoeken

    Wil je inzicht in je financiële situatie als je arbeidsongeschiktheid raakt en wil jij weten of een AOV betaalbaar is? Aarzel niet en neem contact met ons op. Dan zorgen wij voor inzicht en rust.

  • Weet jij wanneer je AOW krijgt?

    Prins Philip van Engeland kondigde begin mei 2017 aan dat hij met pensioen ging. Hij was inmiddels 95 en vond het wel tijd worden. Wil jij ook zolang doorwerken? Of wil je toch iets eerder kunnen genieten van je oudedag?

    Wanneer krijg je AOW?

    De exacte leeftijd kun je terugvinden (berekenen) op de site van de Sociale Verzekerings Bank (SVB). Gebruik hiervoor de link https://www.svb.nl/int/nl/aow/wat_is_de_aow/wanneer_aow. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. Echter de exacte AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting. Naarmate deze in de toekomst stijgt, krijg je later AOW.

    Toch eerder willen stoppen dan je AOW?

    Dan moet je dus zelf gaan sparen of zorgen dat je vaste lasten aanzienlijk omlaag gaan. Hoeveel je moet gaan sparen is niet in een formule te bepalen. Dit hangt helemaal van je eigen wensen en financiële situatie af. Zorg ervoor dat je hier in een vroeg stadium inzicht in krijgt. Hoe langer je wacht, hoe vaker je je doelstellingen niet (volledig) meer kan realiseren.

    Mijnpensioenoverzicht.nl

    Op deze site (https://www.mijnpensioenoverzicht.nl/pensioenregister) kun je snel een overzicht van je opgebouwde pensioenen bekijken. Maar, hoe verhouden deze bedragen zich ten opzichte van je huidig inkomen en vaste lasten? Laat dit door ons voor jou op een rij zetten. Dan krijg je inzicht in je huidige en toekomstige situatie. Niet alleen wat betreft de oudedag maar desgewenst ook als je komt te overlijden of arbeidsongeschiktheid raakt.

    Hoeveel geld moet je hebben om eerder te kunnen stoppen met werken?

    Rekening houdend met de huidige lage rentestand en lange(re) levensverwachtingen (mei 2017) heb je circa een factor 25 nodig om je gewenste inkomen te dekken. Dus als je bijvoorbeeld vanaf je 65e levenslang € 12.000 netto per jaar wenst te ontvangen, heb je circa € 300.000 aan spaargeld nodig.

    Conclusie

    In de wetenschap dat de pensioenen de afgelopen jaren grotendeels niet zijn geïndexeerd of zelfs zijn gekort én dat de toekomstige opbouw steeds meer richting niet gegarandeerde pensioenuitkeringen gaat, is eigen initiatief erg belangrijk. Zoals gezegd, wacht niet te lang, zorg voor inzicht en rust. Voor deze laatste twee ben je bij ons aan het juiste adres.

  • Fiscaal voordeel en de eigen woning

    Wat is fiscaal voordeel? “Het bedrag dat je minder aan loon- / inkomstenbelasting en sociale premies hoeft te betalen in verband met onder andere hypotheekrenteaftrek.”
    “Minder” ten opzichte van de situatie dat je geen eigen woning hebt, huurt. Als je een eigen woning hebt, is de (hypotheek) rente aftrekbaar maar moet je ook een bedrag bij je inkomen optellen.

    Hypotheekrenteaftrek

    De hypotheekrenteaftrek kent al op een aantal punten beperkingen. Zit je als huiseigenaar in de hoogste belastingschijf, heb je in 2017 nog aftrek tegen maximaal 50%. Dit percentage wordt jaarlijks met een half procent afgebouwd tot 38% in 2042. Het eigenwoningforfait, zie hieronder, blijft wel voor 52% belast. Daarnaast is de rente maximaal 30 jaar fiscaal aftrekbaar. Dit geldt vanaf 2001. Dus heb je vanaf 2001 al een hypotheek, dan is de rente na 2031 niet meer fiscaal aftrekbaar.

    Eigenwoningforfait

    Je moet voor de eigen woning een bedrag bij je inkomen tellen: het eigenwoningforfait. Het eigenwoningforfait is een percentage (veelal 0,75%) van de WOZ-waarde van de eigen woning die je hoofdverblijf is.

    Fiscaal voordeel

    Het saldo van het eigenwoningforfait en de betaalde (hypotheek) rente noemen we de inkomsten uit eigen woning. Deze zijn meestal negatief. Anders gezegd: als je meer rente hebt betaald dan je aan forfait hoeft bij te tellen, heb je een aftrekpost.
    Maar als het eigenwoningforfait relatief fors is ten opzichte van de betaalde rente heb je dus een bescheiden aftrekpost. Het fiscaal voordeel is beperkt. Het verschil tussen bruto en netto rente is minder groot dan je misschien op basis van je inkomen verwacht.

    Hypotheek (gedeeltelijk) aflossen

    Heb je een laag fiscaal voordeel, dan is je hypotheekrente dus bijna een netto woonlast. Heb je veel geld op een spaarrekening staan, dan is (gedeeltelijke) aflossing van je hypotheek te overwegen. Dit levert niet alleen een lagere woonlast op, maar is waarschijnlijk ook een betere investering dan het geld op de spaarrekening te laten staan.

  • Afkoop pensioen in eigen beheer maar geen geld?

    Per 1 januari 2017 zou opbouw van pensioen in eigen beheer voor een DGA niet meer mogelijk zijn. Vlak voor de behandeling in de Eerste Kamer eind december 2016 heeft Staatssecretaris Wiebes het wetsvoorstel (tijdelijk) ingetrokken. De verwachting is dat het uiteindelijk (eventueel met terugwerkende kracht) per 1 januari 2017 alsnog doorgaat. Wil je van je pensioenverplichting af maar heb je geen of niet voldoende geld om PEB af te kopen? Oversluiten van je hypotheek in de BV naar een commerciële, externe partij is misschien een oplossing.

    Pensioen in eigen beheer (PEB), hoe zat ook alweer?

    Hiervoor verwijzen we je graag naar onze blog van 27 september 2016; https://www.kortstravanderwaal.nl/afkoop-pensioen-eigen-beheer

    Pensioen in eigen beheer (PEB) willen afkopen maar geen liquide middelen

    Veel DGA’s willen van de PEB-verplichting af maar hebben geen liquide middelen om de pensioenverplichting af te kopen. Dan wordt er gauw gekozen om het PEB om te zetten naar een ‘Spaarvariant bij Uitfasering (SBU)’. De pensioenaanspraken worden afgestempeld naar de fiscale waarde en daarna omgezet naar de genoemde oudedagsverplichting. De BV rent deze verplichting op tot pensioendatum en wendt het saldo aan voor de aankoop van een ‘lijfrente’ voor de DGA.

    Pensioen in eigen beheer (PEB) en hypotheek in BV; oversluiten naar een commerciële partij?

    Als je in je BV een hypotheek hebt afgesloten voor je eigen woning, kan het interessant om deze over te sluiten naar een bank. De rente staat (historisch) laag: 10 jaar vast tegen 1,90%; 20 jaar vast tegen 2,85% zijn geen uitzondering. Door de hypotheek over te sluiten naar een commerciële hypotheekaanbieder creëer je liquide middelen in je BV. Hiermee kun je bijvoorbeeld je PEB afkopen. Uiteraard kun je ook met de gelden op de een of andere manier gaan beleggen. Verwacht je meer dan circa 2,5% rendement te behalen, kan oversluiten interessant zijn.
     
    Heb je een PEB én een hypotheek in je BV? Sla 2 vliegen in 1 klap door de hypotheek te herfinancieren en de PEB af te kopen. Maar win eerst advies in voor je tot actie overgaat.

  • AOW-leeftijd terug naar 65?

    De nieuwe AOW-leeftijd wordt in 2022 67 jaar en drie maanden. De leeftijd gaat omhoog omdat Nederlanders steeds langer leven. De levensverwachting stijgt in 2022.

    Politiek en AOW-leeftijd

    De PVV en 50Plus willen de AOW-leeftijd terug naar 65. Populisme of een reëel plan?

    65-jarigen worden naar verwachting ruim vijf jaar ouder dan gemiddeld bij de invoering van de AOW, zestig jaar geleden.

    Hoe wordt AOW gefinancierd?

    De AOW wordt betaald door de werkende beroepsbevolking via het zogenaamde omslagstelsel. Dit betekent dat de werkende mens de AOW uitkering betaalt van de pensionaris. In 2011 stond er tegenover elke pensionaris vier werkenden. In 2040 zal deze ratio pensionaris versus werkende 1 staat tot 2 bedragen.
    Tegenover het feit dat minder mensen de lasten moeten dragen staat de verwachting dat de lasten sterk zullen stijgen. Op dit moment bedragen de uitgaven aan de AOW 33 miljard per jaar. In 2050 zal dit naar verwachting 50 miljard zijn.

    Als we met z’n allen afspreken dat de AOW terug naar 65 moet, kan dat. Mits we (lees: de actieven) bereid zijn de extra kosten daarvan te dragen.

    Conclusie

    Macro gezien is een verdere verhoging van de AOW-leeftijd logisch. Al valt ook daar nog wel wat over op te merken / op af te dingen:

    • wat doen we met de zware beroepen?
    • lager opgeleiden (gemiddeld uit lagere inkomensklassen) leven korter
    • vrouwen worden doorgaans ouder dan mannen …
    • ­waarom wordt de AOW niet inkomensafhankelijk gemaakt?
    • fiscaliseer de AOW-uitkering. Laat AOW-ers ook premie betalen

    De AOW wordt gemoderniseerd maar dat moet verder gaan dan verhoging van de leeftijd.

    Tot slot

    Neem het heft in eigen hand en wees niet afhankelijk van de AOW. Zorg zelf voor een onbezorgde financiële oudedag. Hoe? Daar helpen we je graag bij

  • Pensioenfondsen korten waarschijnlijk opnieuw door lage rente

    lage rente pensioenIn 2017 zullen diverse pensioenfondsen waarschijnlijk opnieuw de pensioenen moeten verlagen door de lage rente.

    Waarschuwend artikel door Pensioenfederatie

    Afgelopen week plaatste de Pensioenfederatie, belangenbehartiger van de ongeveer 220 pensioenfondsen in Nederland, een waarschuwend artikel op haar website.

    Gepensioneerden én werkenden dupe van lage rente

    Dit raakt niet alleen gepensioneerden, maar ook werkenden die nu pensioen opbouwen. Belangrijkste reden is de zeer lage marktrente. Pensioenfondsen moeten geld reserveren voor toekomstige uitkeringen. Daarbij geldt: hoe lager de rente, hoe hoger de reserve. Verder speelt ook de stijgende levensverwachting een belangrijke rol. Hoe langer we leven, hoe langer de fondsen moeten uitkeren. Lage rente en stijgende levensverwachting zorgen ervoor dat Pensioenfondsen krap bij kas zitten.

    Uniform Pensioen Overzicht (UPO)

    Als je pensioen opbouwt via je werkgever, ontvang je jaarlijks een Uniform Pensioen Overzicht (UPO). In dit UPO staat precies wat je hebt opgebouwd en wat je nog kunt opbouwen. Gezien het voorgaande is het goed je te realiseren dat de vermelde bedragen je geen garantie bieden.

    Zelf zorgen voor onbezorgde financiële oude dag

    Neem het heft in eigen hand en zorg zelf voor een onbezorgde financiële oudedag. Hoe? Daar helpen we je graag bij.

  • Afkoop pensioen in eigen beheer

    Staatssecretaris Wiebes wil af van het pensioen in eigen beheer (PEB) van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Hij heeft hiertoe met Prinsjesdag 2016 een wetsvoorstel ingediend. De wet moet 1 januari 2017 ingaan. De termijn waarbinnen een DGA zijn PEB fiscaal geruisloos kan afkopen, bedraagt drie jaar. Om te stimuleren dat het uitfaseren van PEB zo snel mogelijk gebeurt, stelt Wiebes een staffel voor. In 2017 geldt een korting van 34,5% op de grondslag, in 2018 een korting van 25% en in 2019 een korting van 19,5%. De korting gaat over de balanswaarden van ultimo 2015.
    Een voorbeeld:

    fiscale waarde PEB € 100.000
    af: afkoopkorting 2017 (34,5%) € 34.500  -/-
    € 65.500
    te betalen IB (stel 52%) € 34.060
    effectieve belastingdruk 34,06%

     

    De staatssecretaris rekent erop dat veel DGA’s gebruik maken van de regeling. Hij heeft voor zijn begroting 2017 al circa 2 miljard aan opbrengsten ingeboekt. Maar voor afkoop moet de DGA wel over voldoende liquide middelen beschikken. Het is dus maar de vraag of veel DGA’s gebruik gaan maken van dit aanbod.
     
    Als de DGA het PEB niet gaat afkopen, kan hij kiezen voor:

    1. het PEB tegen fiscale waarde om te zetten in een Spaarvariant bij Uitfasering (SBU) of
    2. het bevriezen van het PEB.

     
    In het geval van de SBU worden de pensioenaanspraken eerst afgestempeld naar de fiscale waarde. Daarna wordt het PEB omgezet in een oudedagsspaarverplichting. De BV rent deze verplichting op tot de pensioendatum en wendt het saldo daarna aan voor aankoop van een lijfrente voor de DGA.
     
    Wanneer de DGA ervoor kiest het PEB te bevriezen, geldt geen van de genoemde voordelen.
     
    Afkopen, omzetten of bevriezen? Wat zijn de gevolgen voor de DGA (en zijn (ex-)partner)? Complexe materie waarover we je graag verder informeren.

  • De afgestudeerde starter op de woningmarkt

    Studiefinanciering

    Per 1 september 2015 geldt voor studenten die voor het eerst beginnen met een bachelor- of masteropleiding het nieuwe stelsel voor de studiefinanciering. De basisbeurs – een gift onder voorwaarden – is verdwenen. In plaats hiervan kunnen studenten lenen. De leningcondities zijn soepel: een rente van iets meer dan 0% en een ruime aflossingstermijn van 35 jaar. De verwachting is dat de gemiddelde studieschuld in de toekomst minimaal oploopt tot rond de € 22.000.

    Salaris en spaargeld

    Een afgestudeerd WO-student start met een gemiddeld bruto salaris van € 2.865 per maand bij een volledige werkweek. Dat is op jaarbasis inclusief vakantiegeld € 37.130. Een groot deel van de afgestudeerden heeft minder dan € 2.500 aan spaargeld.

    Huis kopen?

    Op enig moment meldt deze afgestudeerde (m/v) zich op de woningmarkt. Goede opleiding, een studieschuldje, prima salaris en nog wat geld achter de hand. Alle seinen staan op groen om een huis te kopen. Zou je zeggen.

    Loan-to-income

    Wat kun je lenen als je € 37.130 bruto per jaar verdient? Uitgaande van een toetsrente van 1,65% (NHG 10 jaar vast) circa € 180.000. Houden we rekening met de studieschuld van € 22.000 komt het maximum uit op ± € 151.000.

    Loan-to-value

    In 2016 kun je 102% van de marktwaarde van het huis lenen. Volgend jaar een procent minder om in 2018 uit te komen op 100% MW. Dat betekent dat je de bijkomende aankoop- en financieringskosten zelf moet betalen. Je komt dan al snel uit op 4% à 5% van de koopsom. Koop je voor € 150.000 ben je zeker € 6.550 ‘kwijt’. En dan moet de makelaar nog worden betaald (zo je er een hebt ingeschakeld).

    Conclusie

    Als je een studieschuld hebt en weinig tot geen spaargeld is het lastig om een huis te kopen. Lenen gaat (te) gemakkelijk en kost weinig maar beperkt de afgestudeerde starter op de woningmarkt behoorlijk.

    Klik hier voor een cijfermatige uitwerking van het bovenstaande.

  • LAGE RENTE EN PENSIOEN

    Lage rente en pensioen-pensioenfondsenIn ons vorige blogartikel schreven wij al dat de rente (historisch) laag staat. Dit heeft niet alleen invloed op hypotheken maar ook op pensioenen. In tegenstelling tot hypotheken heeft de lage rentestand grote nadelige gevolgen voor je pensioen(opbouw). 

    OUDERDOMSPENSIOEN

    Eind- en middelloonregeling

    Biedt je werkgever de eindloonregeling aan, dan is de hoogte van je pensioen gebaseerd op je laatstverdiende loon en de diensttijd. De middelloonregeling keert, vanaf het moment dat je met pensioen gaat, een bepaald percentage van je gemiddeld verdiende salaris uit.
    De opgebouwde aanspraken (dus vóór pensionering) en uitkeringen zijn in beide gevallen gegarandeerd. Althans, dat werd verondersteld. Tot een aantal jaren geleden was je min of meer zeker van je pensioen(-aanspraken). Nu is dat anders. De uitkering kan lager zijn dan waar je dacht recht op te hebben. Maar ook de aanspraak kan tijdens de rit worden verlaagd.

    De belangrijkste reden is de extreem lage rente. Pensioenfondsen mochten in het verleden rekenen met een vaste rente van 4%. Dat is al enige tijd niet meer het geval. Pensioenfondsen moeten nu (min of meer) rekenen met de huidige extreem lage rente. De rendementen op de beleggingen compenseren helaas de lage rentestand niet. Daardoor is de dekkingsgraad van veel pensioenfondsen onder de maat: de financiële positie is onvoldoende om alle pensioenen (en opgebouwde aanspraken in de toekomst) uit te betalen. Daarnaast leven we ook langer, dus moeten pensioenfondsen langer het ouderdomspensioen uitkeren dan verwacht. Regelgeving verplicht de fondsen de dekkingsgraad te verhogen. Dit kan door de pensioenen te korten, opbouwpercentage te verlagen en/of de premies te verhogen.

    Ingeval je pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeraar, ligt de situatie net even anders. De werkgever heeft een contract met de verzekeraar. Hierin worden voor de afgesloten contractperiode afspraken gemaakt. Onder andere over de kosten van het ouderdomspensioen. Het tarief wordt bij aanvang bepaald en geldt voor de contractperiode. Rente speelt een belangrijke rol. Lopende contracten gaan vaak nog uit van ‘hoge’ rente. Op het moment dat het contract wordt herzien, zal de verzekeraar de huidige lage rente verdisconteren in het nieuwe tarief. De kosten voor de werkgever (de premie) zullen daardoor (flink) stijgen. Wie gaat dat betalen? De werkgever; dan is het probleem opgelost. Maar misschien wentelt hij een deel van de extra kosten af op de deelnemers aan de regeling. Of de regeling wordt versoberd of omgezet naar een beschikbare premieregeling al dan niet in combinatie met een beperktere bijdrage van de werkgever. Hoe het ook zij, de lage rente speelt ook hier een grote rol.

     

    Beschikbare premieregeling

    Bij een beschikbare premieregeling (BPR) is de premie de basis voor het pensioenkapitaal. Hiervan wordt op de pensioendatum pensioen gekocht. De hoogte en vorm van het pensioen staan bij de BPR niet van tevoren vast. Met de beschikbare premie wordt belegd tot aan de pensioendatum. De werknemer loopt het risico op de beleggingen.

    Risico en rendement gaan hand in hand. Risicoloos beleggen kan alleen wanneer je geld ‘op rente zet’. Elke andere keuze is niet risicoloos. Dus als je risicomijdend bent, heb je last van de lage rente. Je geïnvesteerde premie levert vrijwel niets op. Voor een beetje opbrengst, zul je moeten beleggen.

    Ook op pensioendatum is een lage rente ‘killing’. De hoogte van de uitkeringen wordt onder andere bepaald door het opgebouwde kapitaal én de rentestand op dat moment. Hoe lager de rente, des te lager de uitkeringen.

    NABESTAANDENPENSIOEN

    Een nabestaandenpensioen (NP) is vaak verzekerd op risicobasis. Wat betekent dat? Als een werknemer overlijdt komt er een kapitaal beschikbaar dat gebruikt moet worden om een NP van aan te kopen. De rentestand op dat moment is een belangrijke factor bij de bepaling van de hoogte van de uitkeringen. Ook hier geldt: hoe lager de rente, des te lager de uitkeringen.

    Overigens – maar dat heeft niets met rente te maken – vervalt een NP dat op risicobasis is verzekerd bij uitdiensttreding. Je bouwt dus geen NP op. De voorziening bij overlijden zal daardoor lager zijn dan waar je misschien wel op rekent.

    Tip: check je Uniform Pensioen Overzicht (UPO)

    Jaarlijks word je geïnformeerd over je pensioen. Neem er eens de tijd voor je Uniform Pensioen Overzicht goed door te nemen. Kijk ook op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Met je DigiD-code kun je hierop inloggen en zie je je opgebouwde pensioenen.

  • LAGE RENTE EN HYPOTHEEK

    rente omlaag 3De hypotheekrente is (historisch) laag. Of het gunstig is de hypotheek over te sluiten, hangt van de concrete situatie af. Verdien je de kosten terug in de periode tot de renteherzieningsdatum? Of wil je vervroegd extra zekerheid inkopen. Allebei is nog mooier.

    Wat is oversluiten?

    Onder oversluiten wordt verstaan het tussentijds aanpassen van je lopende hypotheek. Meer specifiek: je breekt je rentecontract voortijdig open. Meestal betaal je daarvoor een boete. In een aantal gevallen niet. Na betaling van de boete ben je vrij in je handelen. Je kunt met je huidige bank nieuwe renteafspraken maken. Maar je mag ook over naar een andere partij.
    ‘Blijven’ heeft een aantal voordelen. Je hoeft niet opnieuw de volledige aanvraagprocedure door. De kosten van oversluiten zijn lager. Als je overstapt moet je de acceptatiemolen in en krijg je te maken met de aangescherpte hypotheekregels. De kostenpost loopt op: notaris, taxatie, advies.

    Terugverdientijd

    Als je niets doet, weet je wat je betaalt tot de eerstvolgende renteherzieningsdatum. Als je oversluit, kun je berekenen hoe groot over diezelfde periode de besparing is. Het spreekt voor zich dat in de vergelijking alle kosten worden meegenomen. Alleen bij een positief resultaat is oversluiten aantrekkelijk.
    Heb je een (bank-)spaarhypotheek kun je met een lagere hypotheekrente onderaan de streep duurder uit zijn. Dat zit ‘m in de directe koppeling tussen de rente die je betaalt en de rente die je op je (bank-)spaarrekening krijgt vergoed.

    Extra zekerheid

    Niemand kan met enige zekerheid zeggen wat de rente op korte of (middel-)lange termijn gaat doen. We kunnen wel vaststellen dat de huidige rente – al dan niet historisch – laag is. Mocht je het niet vertrouwen, kan het de moeite waard zijn je rentecontract tussentijds aan te passen en voor een nieuwe, lange rentevastperiode te kiezen.

  • 1
  • 2

René Kortstra

Huizen

06 – 53 25 00 89

rene@kortstravanderwaal.nl

Frank van der Waal

Amsterdam

06 – 53 25 00 93

frank@kortstravanderwaal.nl

Wij bellen je voor een afspraak

Binnen 24 uur maken we een afspraak met jou.
Vul onderstaand formulier in en klik op verzenden.