Hoe te sparen voor pensioen? Beleggen of hypotheek aflossen?
  • Wet toekomst pensioenen per 1 januari 2023?!

    Nederland heeft een van de beste pensioensystemen van de wereld. Toch gaat waarschijnlijk per 1 januari 2023 de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) in.
    Wat zijn de gevolgen voor jou als werkgever?

    Waarom deze nieuwe wet?
    Ongeveer 90% van de werknemers in Nederland bouwt pensioen op. Dit is veelal geregeld in een cao (ongeveer 80%). Werkgevers die niet onder een cao vallen hoeven geen pensioen toe te zeggen.

    Vooral de pensioenregelingen die via een cao zijn geregeld staan zwaar onder druk. Dit komt vooral door:

    1. dat we langer leven;
    2. de zeer lage rentestand van de laatste jaren;
    3. de aanname dat je praktisch je hele leven bij een werkgever blijft werken.

     
    Met name de eerste 2 redenen in combinatie met strengere rekenregels zorgen ervoor dat het huidige stelsel niet meer houdbaar is.

    Daarom is er na ruim 10 jaar discussie tussen werkgever- en werknemersorganisaties en de overheid eindelijk overeenstemming bereikt over een nieuw pensioenstelsel.
    Eind maart 2022 is de Wtp aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het is de bedoeling dat in het najaar de Wtp wordt aangenomen door zowel de Tweede- als daarna de
    Eerste Kamer. Als dat het geval is, gaat de Wtp waarschijnlijk per 1 januari 2023 in. Er wordt een overgangstermijn tot 1 januari 2027 voorgesteld.

    De wijzigingen zijn zeer ingrijpend. Niet alleen voor de pensioenopbouw voor werknemers, maar ook voor werkgevers die nu al een pensioenregeling hebben voor de werknemers. Onderstaand een korte uiteenzetting voor alleen de werkgever. Later dit jaar volgt een blog over de wijzigingen voor de werknemers.

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen als je collectieve pensioenregeling nu een eind- of middelloonregeling is?
    Kort gezegd komt het erop neer dat de gegarandeerde pensioenopbouw uiterlijk per januari 2027 moet zijn omgezet in een beschikbare premieregeling. Het gegarandeerde
    pensioen komt dus te vervallen. Deze vorm van pensioentoezegging moet dus worden aangepast. Belangrijk om nu al over na te denken is de vraag wat je met nieuwe werknemers gaat doen na 1 januari 2023. Voeg je die nog toe aan de bestaande regeling of tuig je je per laatstgenoemde datum een nieuwe pensioenregeling op die al voldoet aan de Wtp?

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen als je collectieve pensioenregeling nu een beschikbare premieregeling is met een leeftijdsafhankelijke staffel?
    Deze mag je voor de huidige groep werknemers handhaven. Ook na 1 januari 2027. Voor nieuwe werknemers mag dit niet meer na 1 januari 2027. Daarna moet je een nieuwe
    regeling voor optuigen met een vast percentage. Dus niet meer leeftijdsafhankelijk. Belangrijke vraag is nu: per wanneer ga je dit doen? Nu, per de start van de nieuwe wetgeving of pas na 2027?

    Je kan als werkgever ook de huidige regeling aanpassen aan de nieuwe Wtp. Dan krijgen alle werknemers, dus de huidige en de toekomstige, een gelijke toezegging. Maar je moet als werkgever dan wel de huidige werknemers gaan compenseren omdat de nieuwe pensioenregeling waarschijnlijk slechter wordt dan de bestaande regeling. Dus een achteruitgang in de arbeidsvoorwaarden. Zie hierover later meer.

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen voor het partnerpensioen (andere benaming: nabestaandenpensioen).
    In de huidige wetgeving is de hoogte van het partnerpensioen (PP) onder andere gebaseerd op het aantal te bereiken dienstjaren van datum in dienst tot pensioendatum.
    Dit wordt vaak verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat zodra een werknemer uit dienst gaat, er geen premie meer wordt betaald en er dus ook geen dekking meer is voor het PP. Naarmate je ouder wordt en gaat switchen van werkgever wordt de hoogte van het te bereiken PP aanzienlijk lager. Dit komt omdat het aantal te bereiken dienstjaren steeds minder wordt. Om dit grote nadeel te voorkomen is besloten voor een andere rekenwijze. Het PP in de Wtp wordt gemaximeerd tot 50% van salaris. Een lager percentage mag ook. Het PP is dus niet meer afhankelijk van het aantal te bereiken dienstjaren van een werknemer. Een goede aanpassing voor de werknemers. Jij als werkgever gaat waarschijnlijk wel iets meer premie betalen.

    Compensatie in pensioen- of salarissfeer
    De nieuwe Wtp zorgt ervoor dat de huidige collectieve pensioenregeling waarschijnlijk moet worden aangepast. Als blijkt dat de nieuwe regeling slechter wordt voor de
    werknemers, moet deze in principe worden gecompenseerd. Hetzij door een hoger salaris, hetzij door een hogere pensioenbijdrage. Dit laatste is onder andere niet aantrekkelijk omdat je dan ook de compensatie moet aanbieden aan nieuwe werknemers. Dit geldt niet voor compensatie in de salarissfeer.

    Voor nieuwe werknemers kun je een aparte regeling optuigen. Dan heb je 2 pensioenregelingen die moeten worden geadministreerd. Je hebt dan niets met compensatie te maken. Er kan dan wel tussen werknemers verschil ontstaan in arbeidsvoorwaarden. Is dit wenselijk?

    Tot slot
    Met deze blog hebben we kort uiteengezet wat de veranderingen en consequenties zijn van de nieuwe Wtp. Wil je meer informatie en dan vooral toegespitst op jouw
    pensioenregeling voor de werknemers? Neem dan contact met ons op.

  • Overwaarde eigen woning gebruiken voor aanvullend pensioen

    In de Volkskrant van 8 juli 2019 stond een duidelijk artikel hoe je als (bijna) gepensioneerde je pensioeninkomen kunt aanvullen door je overwaarde op je woning (gedeeltelijk) te verzilveren.

    Veel ouderen willen geld uit hun eigen huis halen, maar niet het gevoel krijgen dat hun woning stukje bij beetje in handen valt van de bank. Met een verzilverhypotheek kan dat. Deze hypotheken zonder kans op restschuld worden steeds populairder. Zeven vragen over het verzilveren van de overwaarde, die zo’n vier op de vijf 55-plussers met een eigen woning denkt te hebben.

    Op welke manieren kan ik geld halen uit mijn grotendeels afgeloste woning? Vereniging Eigen Huis (VEH) onderscheidt drie methoden.

    1. De huiseigenaar kan zijn huis of alleen de grond verkopen en vervolgens terughuren. Deze manier is niet bijster populair. Uit onderzoek van VEH blijkt dat veel ouderen hun woning niet van de hand willen doen. Ze hebben het gevoel dat ze dan zijn overgeleverd aan de grillen van de koper.

    2. De tweede manier om bakstenen om te zetten in contanten is een lening bij de gemeente. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) heeft speciale leningen voor oudere woningbezitters. De rente van deze Blijvers- en Verzilverleningen is relatief laag. Nadeel is dat maar een beperkt aantal gemeenten deze leningen aanbiedt. Het aantal groeit wel. De laatste stand is dat ruim honderd gemeenten de Blijverslening verstrekken en 28 de Verzilverlening.

    Een andere beperking is dat je het geleende geld moet gebruiken voor verduurzaming of het levensloopbestendig maken van de woning. Wie extra inkomen wil hebben, heeft weinig aan deze leningen.

    3. En wat is de derde manier?
    Gewoon een hypotheek. Dat is voor veel ouderen een uitkomst. Afhankelijk van met name het inkomen, kan de huiseigenaar kiezen tussen een gewone hypotheek of een verzilverhypotheek. Bij die laatste variant wordt de rente bijgeschreven bij de schuld. Het assortiment verzilverhypotheken groeit. Een paar jaar geleden was het aanbod nog vrij schraal. In het voorjaar introduceerde ABN Amro de Overwaarde Hypotheek. Die kreeg een positieve beoordeling van consumentenorganisaties. Volgens VEH is het de eerste verzilverhypotheek die voldoet aan de voorwaarden van deze vereniging. ABN Amro betrok ook oudere VEH-leden bij de ontwikkeling van dit product.

    Kan elke oudere zomaar een hypotheek afsluiten?
    Ja, er geldt doorgaans geen maximumleeftijd. Wie een redelijk inkomen heeft, kan meestal het best een gewone hypotheek afsluiten. Dat is dan de goedkoopste oplossing. Het kan een annuïteiten- of een aflossingsvrije hypotheek zijn. Het aflossingsvrije deel mag niet hoger zijn dan de helft van de woningwaarde. Hoeveel je kunt lenen, hangt vooral af van je inkomen en de overwaarde. Het bedrag van de lening ontvangt de huiseigenaar in één keer.

    Kun je ook lenen voor aanvullend pensioeninkomen
    Dat kan ook. Dan bent u aangewezen op een verzilver- of opeethypotheek. Onder meer Rabobank, ABN Amro, Florius en Vivat (onder de naam Stekkie) hebben dit soort producten op de plank. De belangrijkste verschillen zijn de aanvangsleeftijd, de manier waarop wordt omgesprongen met een nog lopende hypotheek en met een eventuele restschuld. Bij veel van deze hypotheken kan de lener kiezen voor een maandelijkse uitkering in de komende tien of twintig jaar. De schuld wordt afgelost bij verkoop van de woning of bij overlijden van de langstlevende partner.

    Kan het gebeuren dat ik word gedwongen mijn huis te verkopen, omdat mijn schuld te hoog is opgelopen?
    Ja, maar bij een aantal verzilverhypotheken neemt de bank dit risico over. Zowel ouderen als banken moeten er niet aan denken dat oudere huizenbezitters hun woning moeten verkopen omdat hun schuld te hoog is opgelopen of omdat ze de hypotheeklasten niet meer kunnen opbrengen. Dit was lange tijd de reden dat er geen aantrekkelijke verzilverhypotheken op de markt kwamen.
    Banken hebben er iets op gevonden. ‘We hebben uitgerekend wat een acceptabel risico is voor de bank’, zegt Maarten Dekker, productontwikkelaar bij ABN Amro Hypotheken. De geldverstrekker houdt het risico binnen de perken door het bedrag dat geleend kan worden te maximeren. Bovendien rekenen banken een hogere rente bij deze verzilverhypotheken.
    ABN Amro, Florius en Stekkie Inkomensaanvuller van verzekeraar Vivat stellen dat ze het risico dat de verkoop van het huis minder opbrengt dan de totale schuld op zich nemen. Ook nabestaanden kunnen niet blijven zitten met een restschuld. ‘Daar gelden wel een paar logische voorwaarden bij. We verwachten dat de bewoner het huis goed onderhoudt. Daarnaast mag de eigenaar het huis niet onder de marktprijs verkopen aan bijvoorbeeld de kinderen’, aldus Dekker.
    Rabobank neemt het risico op restschuld niet over. Als de schuld hoger is dan 67,5 procent van de woningwaarde moet de schuld worden afgelost. ‘Een klant krijgt dat niet opeens te horen. In de jaren voordat het zover is, nemen we al contact op met de klant om de opties te bespreken’, aldus een woordvoerder.

    Vanaf welke leeftijd kan ik een verzilverhypotheek aanvragen?
    Wie zijn zestigste verjaardag heeft gevierd, kan terecht bij Stekkie of Florius. ABN Amro en Rabobank hanteren voor hun verzilverproducten de AOW-leeftijd als ondergrens. Beide partners moeten recht hebben op AOW.

    Hoe zit het met de kosten?
    Een verzilverhypotheek kun je niet even afsluiten op internet. Alle aanbieders stellen dat advies noodzakelijk is. De hoogte van de advies- en bemiddelingskosten hangen af van de complexiteit van je financiële situatie. Doorgaans bedragen deze kosten tussen de € 850 en € 1.750. Daarnaast moet je ook rekenen op notaris- en taxatiekosten. De rente is niet aftrekbaar als het geld als inkomen wordt gebruikt.

    Wat zijn de mogelijkheden als er nog een hypotheek loopt?
    Zolang er voldoende overwaarde is, kan die naast het verzilverproduct van ABN Amro blijven lopen. Bij Florius moet de lopende hypotheek eerst worden afgelost met een lening bij deze geldverstrekker. Ook bij Stekkie is eerst aflossen het devies. Een lage hypotheek kan worden overgenomen bij Stekkie. Stekkie heeft een reservepotje van 10 procent van de woningwaarde dat kan worden benut om de hypotheek te herfinancieren.

     

  • Echtscheiding en pensioen; wat zijn nu de regels en gaan deze veranderen?

    Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS)
    In deze wet is geregeld dat het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen (OP) bij scheiding gelijk moet worden verdeeld. Ieder dus 50%. Dit geldt voor zowel werknemers in loondienst als voor een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die pensioen in eigen beheer heeft opgebouwd. Het OP dat is opgebouwd vóór het huwelijk wordt niet meegenomen in de verdeling. Het huwelijksgoederenregime doet niet ter zake.

    In de Pensioenwet is voor zowel de werknemer als de DGA geregeld dat het tot aan datum echtscheiding opgebouwde partnerpensioen (PP) toekomt aan de ex-partner. Dit wordt het bijzonder partnerpensioen genoemd.

    Degene die het pensioen niet heeft opgebouwd, heeft dus recht op de helft van het OP en het bijzonder partnerpensioen (PP). De pensioenuitvoerder moet hierover worden geïnformeerd, administreert de verdeling en zorgt ervoor dat op pensioendatum ieder zijn/haar deel direct – dus van de pensioenuitvoerder – krijgt uitgekeerd. Overlijdt de ‘niet-deelnemer’ vóór pensioendatum, ontvangt de ‘deelnemer’ op pensioendatum het volledige OP.

    De WVPS is niet van toepassing op samenwoners, maar geldt alleen voor gehuwden en geregistreerd partnerschap. De WVPS is regelend recht. Dit betekent dat je met elkaar tot andere afspraken kunt komen.

    Conversie
    Als alternatief voor het bovenstaande kan worden gekozen voor conversie. De waarde van 50% van het OP en die van het bijzonder PP worden samengevoegd tot een ‘eigen recht’ voor de ex-partner / ‘niet-deelnemer’. Komt die voor pensioendatum te overlijden, dan vloeit de genoemde waarde niet terug naar de andere ex-partner. Iets wat wel het geval is bij de WVPS.

    Melding scheiding aan pensioenuitvoerder
    De scheiding moet binnen 2 jaar worden gemeld bij de pensioenuitvoerder. Alleen dan zal de uitvoerder het pensioen op pensioendatum rechtstreeks aan de ex-partner uitkeren. Gebeurt dit niet binnen 2 jaar, dan moet de ex-partner op pensioendatum haar/zijn deel zelf bij de andere partner vorderen.

    Gaan de regels binnenkort veranderen?
    De WVPS bestaat sinds 1995 en is onlangs geëvalueerd. De kans bestaat dat ergens in 2019 een wetsvoorstel gaat komen om de WVPS aan te passen. De te verwachten wijzigingen zijn:

    • conversie wordt de standaardmethode;
    • scheidingen hoeven niet meer te worden gemeld bij de pensioenuitvoerder, tenzij er afwijkende afspraken zijn gemaakt en;
    • de hoogte van het bijzonder partnerpensioen wordt verlaagd/verkort tot alleen de huwelijkse periode. Dus net als bij de verdeling van het ouderdomspensioen.

    Zolang de wet nog niet is gewijzigd, gelden uiteraard de huidige regels.

    Tot slot
    Los van het emotionele aspect speelt bij een scheiding niet alleen het pensioenvraagstuk, maar bijvoorbeeld ook de verdeling van de eigen woning, hypotheek, vermogen (spaar- en/of beleggingsgelden) en lijfrentes. Laat je daarom vooraf goed adviseren door een deskundige (op elk vakgebied) voordat het echtscheidingsconvenant definitief wordt opgesteld en getekend.

  • Pensioenleeftijd per 1 januari 2018 naar 68 jaar

    Niet alleen de AOW-leeftijd gaat omhoog, maar ook de pensioenleeftijd voor collectieve pensioenregelingen. Per 1 januari 2018 gaat deze van 67 naar 68 jaar. Dit heeft gevolgen voor werkgevers en werknemers.

    Waarom stijgt de pensioenleeftijd naar 68?

    We worden met z’n allen gemiddeld ouder. Hierdoor wordt het pensioen duurder: ouder worden betekent langer uitkeren en dat zorgt voor hogere kosten. Niet alleen voor het ouderdoms- maar ook voor het partner- en wezenpensioen.

    Wat zijn de gevolgen voor de werkgevers?

    Om de pensioenleeftijd in de regeling met de werknemers te verhogen moet je als werkgever instemming vragen aan werknemers en/of de ondernemingsraad/werknemersvertegenwoordiging. Ook al betreft dit een wijziging in de fiscale wet- en regelgeving. Als je als werkgever namelijk niets onderneemt, kan de huidige pensioenregeling (geldig tot 31.12.2017) vanaf 1 januari 2018 fiscaal bovenmatig zijn. Met alle gevolgen van dien.

    Wat zijn de gevolgen voor de werknemers?

    Het gat tussen de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd wordt vergroot. Je moet als werknemer dus ook een jaar langer doorwerken. Eerder stoppen met werken kan nog steeds, maar dan wordt de pensioenuitkering gekort. Je ontvangt dan een lager pensioen dan wat je had kunnen opbouwen als de pensioenleeftijd ongewijzigd op 67 was blijven staan.

    Conclusie

    De wijziging van de pensioenleeftijd naar 68 heeft voor alle betrokkenen (grote) impact. Communicatie is zeer belangrijk. Zowel van de pensioenverzekeraar naar de werkgever als naar de werknemer/deelnemer, maar vooral tussen werkgevers en werknemers onderling. Het advies aan de werkgevers: wacht niet tot eind 2017, maar start er nu al mee! Zie je hier tegenop of heb je er gewoon geen zin in? Neem dan contact met ons op; nemen wij deze taak van je over.

  • Weet jij wanneer je AOW krijgt?

    Prins Philip van Engeland kondigde begin mei 2017 aan dat hij met pensioen ging. Hij was inmiddels 95 en vond het wel tijd worden. Wil jij ook zolang doorwerken? Of wil je toch iets eerder kunnen genieten van je oudedag?

    Wanneer krijg je AOW?

    De exacte leeftijd kun je terugvinden (berekenen) op de site van de Sociale Verzekerings Bank (SVB). Gebruik hiervoor de link https://www.svb.nl/int/nl/aow/wat_is_de_aow/wanneer_aow. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. Echter de exacte AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting. Naarmate deze in de toekomst stijgt, krijg je later AOW.

    Toch eerder willen stoppen dan je AOW?

    Dan moet je dus zelf gaan sparen of zorgen dat je vaste lasten aanzienlijk omlaag gaan. Hoeveel je moet gaan sparen is niet in een formule te bepalen. Dit hangt helemaal van je eigen wensen en financiële situatie af. Zorg ervoor dat je hier in een vroeg stadium inzicht in krijgt. Hoe langer je wacht, hoe vaker je je doelstellingen niet (volledig) meer kan realiseren.

    Mijnpensioenoverzicht.nl

    Op deze site (https://www.mijnpensioenoverzicht.nl/pensioenregister) kun je snel een overzicht van je opgebouwde pensioenen bekijken. Maar, hoe verhouden deze bedragen zich ten opzichte van je huidig inkomen en vaste lasten? Laat dit door ons voor jou op een rij zetten. Dan krijg je inzicht in je huidige en toekomstige situatie. Niet alleen wat betreft de oudedag maar desgewenst ook als je komt te overlijden of arbeidsongeschiktheid raakt.

    Hoeveel geld moet je hebben om eerder te kunnen stoppen met werken?

    Rekening houdend met de huidige lage rentestand en lange(re) levensverwachtingen (mei 2017) heb je circa een factor 25 nodig om je gewenste inkomen te dekken. Dus als je bijvoorbeeld vanaf je 65e levenslang € 12.000 netto per jaar wenst te ontvangen, heb je circa € 300.000 aan spaargeld nodig.

    Conclusie

    In de wetenschap dat de pensioenen de afgelopen jaren grotendeels niet zijn geïndexeerd of zelfs zijn gekort én dat de toekomstige opbouw steeds meer richting niet gegarandeerde pensioenuitkeringen gaat, is eigen initiatief erg belangrijk. Zoals gezegd, wacht niet te lang, zorg voor inzicht en rust. Voor deze laatste twee ben je bij ons aan het juiste adres.

  • Afkoop pensioen in eigen beheer maar geen geld?

    Per 1 januari 2017 zou opbouw van pensioen in eigen beheer voor een DGA niet meer mogelijk zijn. Vlak voor de behandeling in de Eerste Kamer eind december 2016 heeft Staatssecretaris Wiebes het wetsvoorstel (tijdelijk) ingetrokken. De verwachting is dat het uiteindelijk (eventueel met terugwerkende kracht) per 1 januari 2017 alsnog doorgaat. Wil je van je pensioenverplichting af maar heb je geen of niet voldoende geld om PEB af te kopen? Oversluiten van je hypotheek in de BV naar een commerciële, externe partij is misschien een oplossing.

    Pensioen in eigen beheer (PEB), hoe zat ook alweer?

    Hiervoor verwijzen we je graag naar onze blog van 27 september 2016; https://www.kortstravanderwaal.nl/afkoop-pensioen-eigen-beheer

    Pensioen in eigen beheer (PEB) willen afkopen maar geen liquide middelen

    Veel DGA’s willen van de PEB-verplichting af maar hebben geen liquide middelen om de pensioenverplichting af te kopen. Dan wordt er gauw gekozen om het PEB om te zetten naar een ‘Spaarvariant bij Uitfasering (SBU)’. De pensioenaanspraken worden afgestempeld naar de fiscale waarde en daarna omgezet naar de genoemde oudedagsverplichting. De BV rent deze verplichting op tot pensioendatum en wendt het saldo aan voor de aankoop van een ‘lijfrente’ voor de DGA.

    Pensioen in eigen beheer (PEB) en hypotheek in BV; oversluiten naar een commerciële partij?

    Als je in je BV een hypotheek hebt afgesloten voor je eigen woning, kan het interessant om deze over te sluiten naar een bank. De rente staat (historisch) laag: 10 jaar vast tegen 1,90%; 20 jaar vast tegen 2,85% zijn geen uitzondering. Door de hypotheek over te sluiten naar een commerciële hypotheekaanbieder creëer je liquide middelen in je BV. Hiermee kun je bijvoorbeeld je PEB afkopen. Uiteraard kun je ook met de gelden op de een of andere manier gaan beleggen. Verwacht je meer dan circa 2,5% rendement te behalen, kan oversluiten interessant zijn.
     
    Heb je een PEB én een hypotheek in je BV? Sla 2 vliegen in 1 klap door de hypotheek te herfinancieren en de PEB af te kopen. Maar win eerst advies in voor je tot actie overgaat.

  • AOW-leeftijd terug naar 65?

    De nieuwe AOW-leeftijd wordt in 2022 67 jaar en drie maanden. De leeftijd gaat omhoog omdat Nederlanders steeds langer leven. De levensverwachting stijgt in 2022.

    Politiek en AOW-leeftijd

    De PVV en 50Plus willen de AOW-leeftijd terug naar 65. Populisme of een reëel plan?

    65-jarigen worden naar verwachting ruim vijf jaar ouder dan gemiddeld bij de invoering van de AOW, zestig jaar geleden.

    Hoe wordt AOW gefinancierd?

    De AOW wordt betaald door de werkende beroepsbevolking via het zogenaamde omslagstelsel. Dit betekent dat de werkende mens de AOW uitkering betaalt van de pensionaris. In 2011 stond er tegenover elke pensionaris vier werkenden. In 2040 zal deze ratio pensionaris versus werkende 1 staat tot 2 bedragen.
    Tegenover het feit dat minder mensen de lasten moeten dragen staat de verwachting dat de lasten sterk zullen stijgen. Op dit moment bedragen de uitgaven aan de AOW 33 miljard per jaar. In 2050 zal dit naar verwachting 50 miljard zijn.

    Als we met z’n allen afspreken dat de AOW terug naar 65 moet, kan dat. Mits we (lees: de actieven) bereid zijn de extra kosten daarvan te dragen.

    Conclusie

    Macro gezien is een verdere verhoging van de AOW-leeftijd logisch. Al valt ook daar nog wel wat over op te merken / op af te dingen:

    • wat doen we met de zware beroepen?
    • lager opgeleiden (gemiddeld uit lagere inkomensklassen) leven korter
    • vrouwen worden doorgaans ouder dan mannen …
    • ­waarom wordt de AOW niet inkomensafhankelijk gemaakt?
    • fiscaliseer de AOW-uitkering. Laat AOW-ers ook premie betalen

    De AOW wordt gemoderniseerd maar dat moet verder gaan dan verhoging van de leeftijd.

    Tot slot

    Neem het heft in eigen hand en wees niet afhankelijk van de AOW. Zorg zelf voor een onbezorgde financiële oudedag. Hoe? Daar helpen we je graag bij

  • Pensioenfondsen korten waarschijnlijk opnieuw door lage rente

    lage rente pensioenIn 2017 zullen diverse pensioenfondsen waarschijnlijk opnieuw de pensioenen moeten verlagen door de lage rente.

    Waarschuwend artikel door Pensioenfederatie

    Afgelopen week plaatste de Pensioenfederatie, belangenbehartiger van de ongeveer 220 pensioenfondsen in Nederland, een waarschuwend artikel op haar website.

    Gepensioneerden én werkenden dupe van lage rente

    Dit raakt niet alleen gepensioneerden, maar ook werkenden die nu pensioen opbouwen. Belangrijkste reden is de zeer lage marktrente. Pensioenfondsen moeten geld reserveren voor toekomstige uitkeringen. Daarbij geldt: hoe lager de rente, hoe hoger de reserve. Verder speelt ook de stijgende levensverwachting een belangrijke rol. Hoe langer we leven, hoe langer de fondsen moeten uitkeren. Lage rente en stijgende levensverwachting zorgen ervoor dat Pensioenfondsen krap bij kas zitten.

    Uniform Pensioen Overzicht (UPO)

    Als je pensioen opbouwt via je werkgever, ontvang je jaarlijks een Uniform Pensioen Overzicht (UPO). In dit UPO staat precies wat je hebt opgebouwd en wat je nog kunt opbouwen. Gezien het voorgaande is het goed je te realiseren dat de vermelde bedragen je geen garantie bieden.

    Zelf zorgen voor onbezorgde financiële oude dag

    Neem het heft in eigen hand en zorg zelf voor een onbezorgde financiële oudedag. Hoe? Daar helpen we je graag bij.

  • Afkoop pensioen in eigen beheer

    Staatssecretaris Wiebes wil af van het pensioen in eigen beheer (PEB) van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Hij heeft hiertoe met Prinsjesdag 2016 een wetsvoorstel ingediend. De wet moet 1 januari 2017 ingaan. De termijn waarbinnen een DGA zijn PEB fiscaal geruisloos kan afkopen, bedraagt drie jaar. Om te stimuleren dat het uitfaseren van PEB zo snel mogelijk gebeurt, stelt Wiebes een staffel voor. In 2017 geldt een korting van 34,5% op de grondslag, in 2018 een korting van 25% en in 2019 een korting van 19,5%. De korting gaat over de balanswaarden van ultimo 2015.
    Een voorbeeld:

    fiscale waarde PEB € 100.000
    af: afkoopkorting 2017 (34,5%) € 34.500  -/-
    € 65.500
    te betalen IB (stel 52%) € 34.060
    effectieve belastingdruk 34,06%

     

    De staatssecretaris rekent erop dat veel DGA’s gebruik maken van de regeling. Hij heeft voor zijn begroting 2017 al circa 2 miljard aan opbrengsten ingeboekt. Maar voor afkoop moet de DGA wel over voldoende liquide middelen beschikken. Het is dus maar de vraag of veel DGA’s gebruik gaan maken van dit aanbod.
     
    Als de DGA het PEB niet gaat afkopen, kan hij kiezen voor:

    1. het PEB tegen fiscale waarde om te zetten in een Spaarvariant bij Uitfasering (SBU) of
    2. het bevriezen van het PEB.

     
    In het geval van de SBU worden de pensioenaanspraken eerst afgestempeld naar de fiscale waarde. Daarna wordt het PEB omgezet in een oudedagsspaarverplichting. De BV rent deze verplichting op tot de pensioendatum en wendt het saldo daarna aan voor aankoop van een lijfrente voor de DGA.
     
    Wanneer de DGA ervoor kiest het PEB te bevriezen, geldt geen van de genoemde voordelen.
     
    Afkopen, omzetten of bevriezen? Wat zijn de gevolgen voor de DGA (en zijn (ex-)partner)? Complexe materie waarover we je graag verder informeren.

  • LAGE RENTE EN PENSIOEN

    Lage rente en pensioen-pensioenfondsenIn ons vorige blogartikel schreven wij al dat de rente (historisch) laag staat. Dit heeft niet alleen invloed op hypotheken maar ook op pensioenen. In tegenstelling tot hypotheken heeft de lage rentestand grote nadelige gevolgen voor je pensioen(opbouw). 

    OUDERDOMSPENSIOEN

    Eind- en middelloonregeling

    Biedt je werkgever de eindloonregeling aan, dan is de hoogte van je pensioen gebaseerd op je laatstverdiende loon en de diensttijd. De middelloonregeling keert, vanaf het moment dat je met pensioen gaat, een bepaald percentage van je gemiddeld verdiende salaris uit.
    De opgebouwde aanspraken (dus vóór pensionering) en uitkeringen zijn in beide gevallen gegarandeerd. Althans, dat werd verondersteld. Tot een aantal jaren geleden was je min of meer zeker van je pensioen(-aanspraken). Nu is dat anders. De uitkering kan lager zijn dan waar je dacht recht op te hebben. Maar ook de aanspraak kan tijdens de rit worden verlaagd.

    De belangrijkste reden is de extreem lage rente. Pensioenfondsen mochten in het verleden rekenen met een vaste rente van 4%. Dat is al enige tijd niet meer het geval. Pensioenfondsen moeten nu (min of meer) rekenen met de huidige extreem lage rente. De rendementen op de beleggingen compenseren helaas de lage rentestand niet. Daardoor is de dekkingsgraad van veel pensioenfondsen onder de maat: de financiële positie is onvoldoende om alle pensioenen (en opgebouwde aanspraken in de toekomst) uit te betalen. Daarnaast leven we ook langer, dus moeten pensioenfondsen langer het ouderdomspensioen uitkeren dan verwacht. Regelgeving verplicht de fondsen de dekkingsgraad te verhogen. Dit kan door de pensioenen te korten, opbouwpercentage te verlagen en/of de premies te verhogen.

    Ingeval je pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeraar, ligt de situatie net even anders. De werkgever heeft een contract met de verzekeraar. Hierin worden voor de afgesloten contractperiode afspraken gemaakt. Onder andere over de kosten van het ouderdomspensioen. Het tarief wordt bij aanvang bepaald en geldt voor de contractperiode. Rente speelt een belangrijke rol. Lopende contracten gaan vaak nog uit van ‘hoge’ rente. Op het moment dat het contract wordt herzien, zal de verzekeraar de huidige lage rente verdisconteren in het nieuwe tarief. De kosten voor de werkgever (de premie) zullen daardoor (flink) stijgen. Wie gaat dat betalen? De werkgever; dan is het probleem opgelost. Maar misschien wentelt hij een deel van de extra kosten af op de deelnemers aan de regeling. Of de regeling wordt versoberd of omgezet naar een beschikbare premieregeling al dan niet in combinatie met een beperktere bijdrage van de werkgever. Hoe het ook zij, de lage rente speelt ook hier een grote rol.

     

    Beschikbare premieregeling

    Bij een beschikbare premieregeling (BPR) is de premie de basis voor het pensioenkapitaal. Hiervan wordt op de pensioendatum pensioen gekocht. De hoogte en vorm van het pensioen staan bij de BPR niet van tevoren vast. Met de beschikbare premie wordt belegd tot aan de pensioendatum. De werknemer loopt het risico op de beleggingen.

    Risico en rendement gaan hand in hand. Risicoloos beleggen kan alleen wanneer je geld ‘op rente zet’. Elke andere keuze is niet risicoloos. Dus als je risicomijdend bent, heb je last van de lage rente. Je geïnvesteerde premie levert vrijwel niets op. Voor een beetje opbrengst, zul je moeten beleggen.

    Ook op pensioendatum is een lage rente ‘killing’. De hoogte van de uitkeringen wordt onder andere bepaald door het opgebouwde kapitaal én de rentestand op dat moment. Hoe lager de rente, des te lager de uitkeringen.

    NABESTAANDENPENSIOEN

    Een nabestaandenpensioen (NP) is vaak verzekerd op risicobasis. Wat betekent dat? Als een werknemer overlijdt komt er een kapitaal beschikbaar dat gebruikt moet worden om een NP van aan te kopen. De rentestand op dat moment is een belangrijke factor bij de bepaling van de hoogte van de uitkeringen. Ook hier geldt: hoe lager de rente, des te lager de uitkeringen.

    Overigens – maar dat heeft niets met rente te maken – vervalt een NP dat op risicobasis is verzekerd bij uitdiensttreding. Je bouwt dus geen NP op. De voorziening bij overlijden zal daardoor lager zijn dan waar je misschien wel op rekent.

    Tip: check je Uniform Pensioen Overzicht (UPO)

    Jaarlijks word je geïnformeerd over je pensioen. Neem er eens de tijd voor je Uniform Pensioen Overzicht goed door te nemen. Kijk ook op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Met je DigiD-code kun je hierop inloggen en zie je je opgebouwde pensioenen.

René Kortstra

Huizen

06 – 53 25 00 89

rene@kortstravanderwaal.nl

Frank van der Waal

Amsterdam

06 – 53 25 00 93

frank@kortstravanderwaal.nl

Wij bellen je voor een afspraak

Binnen 24 uur maken we een afspraak met jou.
Vul onderstaand formulier in en klik op verzenden.