Hoe te sparen voor pensioen? Beleggen of hypotheek aflossen?
  • Wet toekomst pensioenen per 1 januari 2023?!

    Nederland heeft een van de beste pensioensystemen van de wereld. Toch gaat waarschijnlijk per 1 januari 2023 de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) in.
    Wat zijn de gevolgen voor jou als werkgever?

    Waarom deze nieuwe wet?
    Ongeveer 90% van de werknemers in Nederland bouwt pensioen op. Dit is veelal geregeld in een cao (ongeveer 80%). Werkgevers die niet onder een cao vallen hoeven geen pensioen toe te zeggen.

    Vooral de pensioenregelingen die via een cao zijn geregeld staan zwaar onder druk. Dit komt vooral door:

    1. dat we langer leven;
    2. de zeer lage rentestand van de laatste jaren;
    3. de aanname dat je praktisch je hele leven bij een werkgever blijft werken.

     
    Met name de eerste 2 redenen in combinatie met strengere rekenregels zorgen ervoor dat het huidige stelsel niet meer houdbaar is.

    Daarom is er na ruim 10 jaar discussie tussen werkgever- en werknemersorganisaties en de overheid eindelijk overeenstemming bereikt over een nieuw pensioenstelsel.
    Eind maart 2022 is de Wtp aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het is de bedoeling dat in het najaar de Wtp wordt aangenomen door zowel de Tweede- als daarna de
    Eerste Kamer. Als dat het geval is, gaat de Wtp waarschijnlijk per 1 januari 2023 in. Er wordt een overgangstermijn tot 1 januari 2027 voorgesteld.

    De wijzigingen zijn zeer ingrijpend. Niet alleen voor de pensioenopbouw voor werknemers, maar ook voor werkgevers die nu al een pensioenregeling hebben voor de werknemers. Onderstaand een korte uiteenzetting voor alleen de werkgever. Later dit jaar volgt een blog over de wijzigingen voor de werknemers.

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen als je collectieve pensioenregeling nu een eind- of middelloonregeling is?
    Kort gezegd komt het erop neer dat de gegarandeerde pensioenopbouw uiterlijk per januari 2027 moet zijn omgezet in een beschikbare premieregeling. Het gegarandeerde
    pensioen komt dus te vervallen. Deze vorm van pensioentoezegging moet dus worden aangepast. Belangrijk om nu al over na te denken is de vraag wat je met nieuwe werknemers gaat doen na 1 januari 2023. Voeg je die nog toe aan de bestaande regeling of tuig je je per laatstgenoemde datum een nieuwe pensioenregeling op die al voldoet aan de Wtp?

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen als je collectieve pensioenregeling nu een beschikbare premieregeling is met een leeftijdsafhankelijke staffel?
    Deze mag je voor de huidige groep werknemers handhaven. Ook na 1 januari 2027. Voor nieuwe werknemers mag dit niet meer na 1 januari 2027. Daarna moet je een nieuwe
    regeling voor optuigen met een vast percentage. Dus niet meer leeftijdsafhankelijk. Belangrijke vraag is nu: per wanneer ga je dit doen? Nu, per de start van de nieuwe wetgeving of pas na 2027?

    Je kan als werkgever ook de huidige regeling aanpassen aan de nieuwe Wtp. Dan krijgen alle werknemers, dus de huidige en de toekomstige, een gelijke toezegging. Maar je moet als werkgever dan wel de huidige werknemers gaan compenseren omdat de nieuwe pensioenregeling waarschijnlijk slechter wordt dan de bestaande regeling. Dus een achteruitgang in de arbeidsvoorwaarden. Zie hierover later meer.

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen voor het partnerpensioen (andere benaming: nabestaandenpensioen).
    In de huidige wetgeving is de hoogte van het partnerpensioen (PP) onder andere gebaseerd op het aantal te bereiken dienstjaren van datum in dienst tot pensioendatum.
    Dit wordt vaak verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat zodra een werknemer uit dienst gaat, er geen premie meer wordt betaald en er dus ook geen dekking meer is voor het PP. Naarmate je ouder wordt en gaat switchen van werkgever wordt de hoogte van het te bereiken PP aanzienlijk lager. Dit komt omdat het aantal te bereiken dienstjaren steeds minder wordt. Om dit grote nadeel te voorkomen is besloten voor een andere rekenwijze. Het PP in de Wtp wordt gemaximeerd tot 50% van salaris. Een lager percentage mag ook. Het PP is dus niet meer afhankelijk van het aantal te bereiken dienstjaren van een werknemer. Een goede aanpassing voor de werknemers. Jij als werkgever gaat waarschijnlijk wel iets meer premie betalen.

    Compensatie in pensioen- of salarissfeer
    De nieuwe Wtp zorgt ervoor dat de huidige collectieve pensioenregeling waarschijnlijk moet worden aangepast. Als blijkt dat de nieuwe regeling slechter wordt voor de
    werknemers, moet deze in principe worden gecompenseerd. Hetzij door een hoger salaris, hetzij door een hogere pensioenbijdrage. Dit laatste is onder andere niet aantrekkelijk omdat je dan ook de compensatie moet aanbieden aan nieuwe werknemers. Dit geldt niet voor compensatie in de salarissfeer.

    Voor nieuwe werknemers kun je een aparte regeling optuigen. Dan heb je 2 pensioenregelingen die moeten worden geadministreerd. Je hebt dan niets met compensatie te maken. Er kan dan wel tussen werknemers verschil ontstaan in arbeidsvoorwaarden. Is dit wenselijk?

    Tot slot
    Met deze blog hebben we kort uiteengezet wat de veranderingen en consequenties zijn van de nieuwe Wtp. Wil je meer informatie en dan vooral toegespitst op jouw
    pensioenregeling voor de werknemers? Neem dan contact met ons op.

  • Overwaarde eigen woning gebruiken voor aanvullend pensioen

    In de Volkskrant van 8 juli 2019 stond een duidelijk artikel hoe je als (bijna) gepensioneerde je pensioeninkomen kunt aanvullen door je overwaarde op je woning (gedeeltelijk) te verzilveren.

    Veel ouderen willen geld uit hun eigen huis halen, maar niet het gevoel krijgen dat hun woning stukje bij beetje in handen valt van de bank. Met een verzilverhypotheek kan dat. Deze hypotheken zonder kans op restschuld worden steeds populairder. Zeven vragen over het verzilveren van de overwaarde, die zo’n vier op de vijf 55-plussers met een eigen woning denkt te hebben.

    Op welke manieren kan ik geld halen uit mijn grotendeels afgeloste woning? Vereniging Eigen Huis (VEH) onderscheidt drie methoden.

    1. De huiseigenaar kan zijn huis of alleen de grond verkopen en vervolgens terughuren. Deze manier is niet bijster populair. Uit onderzoek van VEH blijkt dat veel ouderen hun woning niet van de hand willen doen. Ze hebben het gevoel dat ze dan zijn overgeleverd aan de grillen van de koper.

    2. De tweede manier om bakstenen om te zetten in contanten is een lening bij de gemeente. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) heeft speciale leningen voor oudere woningbezitters. De rente van deze Blijvers- en Verzilverleningen is relatief laag. Nadeel is dat maar een beperkt aantal gemeenten deze leningen aanbiedt. Het aantal groeit wel. De laatste stand is dat ruim honderd gemeenten de Blijverslening verstrekken en 28 de Verzilverlening.

    Een andere beperking is dat je het geleende geld moet gebruiken voor verduurzaming of het levensloopbestendig maken van de woning. Wie extra inkomen wil hebben, heeft weinig aan deze leningen.

    3. En wat is de derde manier?
    Gewoon een hypotheek. Dat is voor veel ouderen een uitkomst. Afhankelijk van met name het inkomen, kan de huiseigenaar kiezen tussen een gewone hypotheek of een verzilverhypotheek. Bij die laatste variant wordt de rente bijgeschreven bij de schuld. Het assortiment verzilverhypotheken groeit. Een paar jaar geleden was het aanbod nog vrij schraal. In het voorjaar introduceerde ABN Amro de Overwaarde Hypotheek. Die kreeg een positieve beoordeling van consumentenorganisaties. Volgens VEH is het de eerste verzilverhypotheek die voldoet aan de voorwaarden van deze vereniging. ABN Amro betrok ook oudere VEH-leden bij de ontwikkeling van dit product.

    Kan elke oudere zomaar een hypotheek afsluiten?
    Ja, er geldt doorgaans geen maximumleeftijd. Wie een redelijk inkomen heeft, kan meestal het best een gewone hypotheek afsluiten. Dat is dan de goedkoopste oplossing. Het kan een annuïteiten- of een aflossingsvrije hypotheek zijn. Het aflossingsvrije deel mag niet hoger zijn dan de helft van de woningwaarde. Hoeveel je kunt lenen, hangt vooral af van je inkomen en de overwaarde. Het bedrag van de lening ontvangt de huiseigenaar in één keer.

    Kun je ook lenen voor aanvullend pensioeninkomen
    Dat kan ook. Dan bent u aangewezen op een verzilver- of opeethypotheek. Onder meer Rabobank, ABN Amro, Florius en Vivat (onder de naam Stekkie) hebben dit soort producten op de plank. De belangrijkste verschillen zijn de aanvangsleeftijd, de manier waarop wordt omgesprongen met een nog lopende hypotheek en met een eventuele restschuld. Bij veel van deze hypotheken kan de lener kiezen voor een maandelijkse uitkering in de komende tien of twintig jaar. De schuld wordt afgelost bij verkoop van de woning of bij overlijden van de langstlevende partner.

    Kan het gebeuren dat ik word gedwongen mijn huis te verkopen, omdat mijn schuld te hoog is opgelopen?
    Ja, maar bij een aantal verzilverhypotheken neemt de bank dit risico over. Zowel ouderen als banken moeten er niet aan denken dat oudere huizenbezitters hun woning moeten verkopen omdat hun schuld te hoog is opgelopen of omdat ze de hypotheeklasten niet meer kunnen opbrengen. Dit was lange tijd de reden dat er geen aantrekkelijke verzilverhypotheken op de markt kwamen.
    Banken hebben er iets op gevonden. ‘We hebben uitgerekend wat een acceptabel risico is voor de bank’, zegt Maarten Dekker, productontwikkelaar bij ABN Amro Hypotheken. De geldverstrekker houdt het risico binnen de perken door het bedrag dat geleend kan worden te maximeren. Bovendien rekenen banken een hogere rente bij deze verzilverhypotheken.
    ABN Amro, Florius en Stekkie Inkomensaanvuller van verzekeraar Vivat stellen dat ze het risico dat de verkoop van het huis minder opbrengt dan de totale schuld op zich nemen. Ook nabestaanden kunnen niet blijven zitten met een restschuld. ‘Daar gelden wel een paar logische voorwaarden bij. We verwachten dat de bewoner het huis goed onderhoudt. Daarnaast mag de eigenaar het huis niet onder de marktprijs verkopen aan bijvoorbeeld de kinderen’, aldus Dekker.
    Rabobank neemt het risico op restschuld niet over. Als de schuld hoger is dan 67,5 procent van de woningwaarde moet de schuld worden afgelost. ‘Een klant krijgt dat niet opeens te horen. In de jaren voordat het zover is, nemen we al contact op met de klant om de opties te bespreken’, aldus een woordvoerder.

    Vanaf welke leeftijd kan ik een verzilverhypotheek aanvragen?
    Wie zijn zestigste verjaardag heeft gevierd, kan terecht bij Stekkie of Florius. ABN Amro en Rabobank hanteren voor hun verzilverproducten de AOW-leeftijd als ondergrens. Beide partners moeten recht hebben op AOW.

    Hoe zit het met de kosten?
    Een verzilverhypotheek kun je niet even afsluiten op internet. Alle aanbieders stellen dat advies noodzakelijk is. De hoogte van de advies- en bemiddelingskosten hangen af van de complexiteit van je financiële situatie. Doorgaans bedragen deze kosten tussen de € 850 en € 1.750. Daarnaast moet je ook rekenen op notaris- en taxatiekosten. De rente is niet aftrekbaar als het geld als inkomen wordt gebruikt.

    Wat zijn de mogelijkheden als er nog een hypotheek loopt?
    Zolang er voldoende overwaarde is, kan die naast het verzilverproduct van ABN Amro blijven lopen. Bij Florius moet de lopende hypotheek eerst worden afgelost met een lening bij deze geldverstrekker. Ook bij Stekkie is eerst aflossen het devies. Een lage hypotheek kan worden overgenomen bij Stekkie. Stekkie heeft een reservepotje van 10 procent van de woningwaarde dat kan worden benut om de hypotheek te herfinancieren.

     

  • Financieel plan geeft rust

    2018 zit er weer (bijna) op. We kijken tevreden terug op het afgelopen jaar. Diverse mensen hebben we geholpen bij de financiering van een aangekochte woning.
    Zetten we de rente voor 10, 20 of 30 jaar vast en kiezen we voor een annuïteiten- of lineaire hypotheek? Zomaar een paar vragen die veel werden gesteld.
    Na het maken van diverse berekeningen/vergelijkingen konden we de klant helpen bij het beantwoorden van deze vragen. Ook op pensioengebied hebben
    we diverse bedrijven bijgestaan bij het optuigen van een nieuwe collectieve pensioenregeling en/of het administratief beheer. Ook waren er nog een aantal
    DGA’s die worstelden met de vraag of het opgebouwde pensioen in eigen beheer moest worden omgezet naar een ‘oudedagsvoorziening’ of toch maar afkopen.
    Geen gemakkelijke keuze omdat aan beide varianten voor- en nadelen zitten. Maar na het maken van een financieel advies-/plan kon men toch de knoop doorhakken.
    Sowieso is het maken van een financieel plan een verstandige keuze. Dit geeft namelijk inzicht in je financiële situatie voor nu, maar ook voor later. Het geeft rust.
    Lees hier ook ons interview dat we hebben gegeven voor het magazine dat wordt uitgegeven door Ambassador Vermogensbeheer.

    Wij wensen je een fijne jaarwisseling en een (financieel) gelukkig en gezond 2019.

  • KORTSTRA + VAN DER WAAL 20 JAAR

    Vandaag 20 jaar geleden (7 oktober 1998) was de officiële opening van ons kantoor in Landsmeer.
    Vanaf dat moment kon je bij ons terecht voor diverse financiële vraagstukken zoals: hypotheek,
    pensioen, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico en echtscheiding. Dezelfde werkzaamheden
    verrichten we sinds 2013 vanuit Huizen (René) en Amsterdam (Frank). Ook de komende jaren
    kun je bij ons voor financieel advies terecht. Klik hier voor onze contactgegevens.

  • PRINSJEDAG 2018: WAT VERANDERT ER VOOR JOU ALS HUISEIGENAAR?

    Hypotheekrenteaftrek
    In 2018 zijn de aftrekbare kosten voor een eigen woning niet tegen het toptarief van de 4e belastingschijf (van 51,95%) aftrekbaar, maar tegen 49,5%. In 2019 is het maximale tarief voor de aftrekbare kosten in verband met de eigen woning 49%.
    In de op Prinsjesdag gepresenteerde plannen wordt de hypotheekrenteaftrek sneller afgebouwd: met stappen van 3%-punt per jaar komt het maximale tarief uit op – naar verwachting – 37,05% in 2023. De eerdere planning was om in stappen van 0,50% af te bouwen naar 38% in 2042.

    Het eigenwoningforfait
    Als (gedeeltelijke) compensatie voor het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek wordt de bijtelling voor het bezit van een eigen woning (het eigenwoningforfait) verlaagd. Nu telt u nog 0,70% over de woz-waarde bij. In 2023 zal dat nog – naar verwachting – 0,45% zijn.

    Extra aflossen?
    Het fiscaal voordeel wordt snel minder als gevolg van de nieuwe regels. Ofwel de netto kosten van de hypotheek stijgen. Als je extra aflost op je hypotheek is het rendement gelijk aan de netto rentebesparing. Heb je nu een flink bedrag op een spaarrekening staan, is de netto opbrengst waarschijnlijk negatief: je krijgt een heel lage rente (0,03%?) en je betaalt belasting in box 3. Is de besparing op je hypotheek hoger dan het netto rendement op je spaargeld? Overweeg dan een extra aflossing te doen.

    Wil je weten of extra aflossen ook voor jou lonend is, neem gerust contact met ons op.

  • Echtscheiding en pensioen; wat zijn nu de regels en gaan deze veranderen?

    Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS)
    In deze wet is geregeld dat het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen (OP) bij scheiding gelijk moet worden verdeeld. Ieder dus 50%. Dit geldt voor zowel werknemers in loondienst als voor een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die pensioen in eigen beheer heeft opgebouwd. Het OP dat is opgebouwd vóór het huwelijk wordt niet meegenomen in de verdeling. Het huwelijksgoederenregime doet niet ter zake.

    In de Pensioenwet is voor zowel de werknemer als de DGA geregeld dat het tot aan datum echtscheiding opgebouwde partnerpensioen (PP) toekomt aan de ex-partner. Dit wordt het bijzonder partnerpensioen genoemd.

    Degene die het pensioen niet heeft opgebouwd, heeft dus recht op de helft van het OP en het bijzonder partnerpensioen (PP). De pensioenuitvoerder moet hierover worden geïnformeerd, administreert de verdeling en zorgt ervoor dat op pensioendatum ieder zijn/haar deel direct – dus van de pensioenuitvoerder – krijgt uitgekeerd. Overlijdt de ‘niet-deelnemer’ vóór pensioendatum, ontvangt de ‘deelnemer’ op pensioendatum het volledige OP.

    De WVPS is niet van toepassing op samenwoners, maar geldt alleen voor gehuwden en geregistreerd partnerschap. De WVPS is regelend recht. Dit betekent dat je met elkaar tot andere afspraken kunt komen.

    Conversie
    Als alternatief voor het bovenstaande kan worden gekozen voor conversie. De waarde van 50% van het OP en die van het bijzonder PP worden samengevoegd tot een ‘eigen recht’ voor de ex-partner / ‘niet-deelnemer’. Komt die voor pensioendatum te overlijden, dan vloeit de genoemde waarde niet terug naar de andere ex-partner. Iets wat wel het geval is bij de WVPS.

    Melding scheiding aan pensioenuitvoerder
    De scheiding moet binnen 2 jaar worden gemeld bij de pensioenuitvoerder. Alleen dan zal de uitvoerder het pensioen op pensioendatum rechtstreeks aan de ex-partner uitkeren. Gebeurt dit niet binnen 2 jaar, dan moet de ex-partner op pensioendatum haar/zijn deel zelf bij de andere partner vorderen.

    Gaan de regels binnenkort veranderen?
    De WVPS bestaat sinds 1995 en is onlangs geëvalueerd. De kans bestaat dat ergens in 2019 een wetsvoorstel gaat komen om de WVPS aan te passen. De te verwachten wijzigingen zijn:

    • conversie wordt de standaardmethode;
    • scheidingen hoeven niet meer te worden gemeld bij de pensioenuitvoerder, tenzij er afwijkende afspraken zijn gemaakt en;
    • de hoogte van het bijzonder partnerpensioen wordt verlaagd/verkort tot alleen de huwelijkse periode. Dus net als bij de verdeling van het ouderdomspensioen.

    Zolang de wet nog niet is gewijzigd, gelden uiteraard de huidige regels.

    Tot slot
    Los van het emotionele aspect speelt bij een scheiding niet alleen het pensioenvraagstuk, maar bijvoorbeeld ook de verdeling van de eigen woning, hypotheek, vermogen (spaar- en/of beleggingsgelden) en lijfrentes. Laat je daarom vooraf goed adviseren door een deskundige (op elk vakgebied) voordat het echtscheidingsconvenant definitief wordt opgesteld en getekend.

  • Hogere WOZ (markt)-waarde? Profiteer ervan!

    Nieuwe WOZ-waarde

    Is de WOZ-waarde van jouw huis opnieuw gestegen? Grote kans van wel. Gemiddeld is de waarde in een jaar (peildatum 1 januari 2017) met 3,30% toegenomen. Amsterdam spant de kroon met een stijging van bijna 15%.

    Nadelen hogere WOZ-waarde

    De WOZ-waarde is de basis voor het eigenwoningforfait in de Inkomstenbelasting. Een hogere WOZ-waarde levert een hogere bijtelling op. Je betaalt dus – meestal – meer belasting. Daarnaast is de WOZ-waarde maatstaf voor de onroerendezaak- en waterschapsbelasting (‘omslag gebouwd’). Dat kan resulteren in hogere belastingen. Wie een huis erft, is gebaat bij een lage WOZ-waarde door de hieraan gekoppelde erfbelasting.

    Voordelen hogere WOZ-waarde

    Een hoge(re) WOZ-waarde kan gunstig zijn bij de verkoop van je woning. Hoe hoger de WOZ-waarde, hoe meer men waarschijnlijk bereid is te betalen voor jouw huis. De WOZ-waarde is door iedereen in te zien (www.wozwaardeloket.nl).

    Heb je een hogere WOZ-waarde ontvangen van de gemeente en heb je een renteopslag op de hypotheekrente? Wellicht dat jouw hypotheekrente omlaag kan. Geldverstrekkers rekenen een renteopslag op de hypotheekrente als de totale hypotheeklening een groot deel van de waarde van de woning is. Is jouw WOZ-waarde dit jaar gestegen, dan verandert deze verhouding. De renteopslag (ook wel risico-opslag) kan hierdoor mogelijk omlaag of zelfs vervallen. Een lagere hypotheekrente betekent – over het algemeen – lagere maandlasten.

    Profiteer ervan

    Wil jij weten of de hogere WOZ-waarde jou voordeel kan opleveren? Neem contact met ons op; informeren wij je over de (on-)mogelijkheden. Doe dat ook als je denkt dat de (stijging van de) WOZ-waarde achterblijft bij de actuele marktwaarde.

  • Help, mijn aflosvrije hypotheek loopt af.

    De aflossingsvrije hypotheek

    Vanaf 1990 heeft de aflossingsvrije hypotheek een hoge vlucht genomen. Tot 1997 kon er vrijwel onbeperkt en ook voor consumptieve doeleinden geld worden geleend zonder de verplichting om af te lossen. Daarna zijn de regels voor (aflossingsvrije) hypotheken flink aangescherpt.
     
    Gedurende de looptijd betaal je rente over een schuld die niet minder wordt; je lost immers niet af. Maar op de einddatum vraagt de bank je vriendelijk maar dringend of ie z’n geld terug mag. “U bedoelt: aflossen?”

    Aflossen op einddatum

    In de periode tussen 2025 en 2035 bereiken veel aflossingsvrije hypotheken de einddatum. Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank blijkt dat 6% van de hypotheekklanten van de vier grootste Nederlandse banken een risico lopen. Het gaat om circa tweehonderdduizend huiseigenaren. Waar lopen ze tegenaan?

    Het probleem

    De bank wil de hypotheek best vernieuwen maar is daarbij gehouden aan de huidige (strengere) regels. Is bijvoorbeeld het (pensioen-)inkomen hoog genoeg op het moment dat de hypotheek moet worden verlengd? Is de rente nog fiscaal aftrekbaar? Voor veel schuldenaars is dat per 1 januari 2031 niet meer het geval. Bruto wordt dan netto. Moet de vernieuwde hypotheek (gedeeltelijk) worden afgelost? Een lager inkomen en hogere lasten vormen een giftige cocktail. Onderzoek van ING toont evenwel aan dat 87% denkt dat het allemaal wel los zal lopen. Dat vertrouwen wordt ontleend aan een flinke overwaarde en de relatief lage hypotheekschuld. Maar zoals gezegd, de bank kijkt naar het inkomen, niet naar de overwaarde.

    De oplossing

    Het duurt nog een jaar of 7 voordat de grootste probleemhypotheken aflopen. Dat biedt mogelijkheden om actie te ondernemen en maatregelen te treffen. Bijvoorbeeld door je hypotheek voortijdig over te sluiten. Je kunt veelal een nieuwe contractstermijn van 30 jaar afspreken én je profiteert van de lage rente. Of benut de komende jaren om af te lossen zodat de restschuld op einddatum beter past bij je toekomstige inkomen.
     
    In het uiterste geval verkoop je het huis, lost de schuld af … en dan?

    Conclusie

    De Nederlandse huiseigenaar maakt zich niet al te sappel als het gaat om de naderende einddatum van zijn aflossingsvrije hypotheek. “Het zal zo’n vaart wel niet lopen”. Kan zijn, maar ben je er niet zeker van, neem gerust contact met ons op. Wij nemen jouw specifieke situatie onder de loep en geven je inzicht in jouw toekomstige financiële situatie.

  • Wet Hillen afgeschaft. Wat zijn de gevolgen voor huiseigenaren?

    Wet Hillen

    Sinds 1 januari 2005 is de Wet Hillen van kracht.

    Deze wet maakt het voor huiseigenaren aantrekkelijker om hun hypotheek af te lossen. Het orakel van Diever spreekt van een aflosboete. Martin van Rooijen van 50PLUS deed al filibusterend een poging de behandeling van het wetsvoorstel te vertragen. Inmiddels heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel met 87 stemmen voor en 38 tegen aangenomen. Er gaat een streep door de Wet Hillen. Wat is er nou echt aan de hand?

    Huidige regeling

    Stel, je hebt een huis, vrij van hypotheek, met een woz-waarde van € 400.000. Het eigenwoningforfait van 0,75% van de woz-waarde (€ 3.000) is in principe belast tegen 52% (toptarief 2017). De Wet Hillen zorgt ervoor dat je toch geen belasting hoeft te betalen (€ 3.000 x 52% = € 1.560). Kort door de bocht: het eigenwoningforfait wordt op nihil gesteld.

    Wetsvoorstel

    Het nieuwe kabinet wil in 2019 de Wet Hillen in 30 jaar afschaffen en het eigenwoningforfait verlagen van 0,75% naar 0,60%. Daarnaast gaat het toptarief in de inkomstenbelasting van 52,00% naar 51,95%. Op langere termijn ligt een lager tarief in het verschiet.

    Financiële gevolgen

    Terug naar de afgeloste eigen woning met een woz-waarde van € 400.000. Het volledige eigenwoningforfait bedraagt € 2.400 en wordt in 30 jaar opgebouwd. Ofwel, in jaar 1 moet een bedrag van € 80 (€ 2.400 x 3,33%) worden bijgeteld. Hierover is 51,95% belasting verschuldigd. Onderaan de streep kost de Wet Hillen € 42 op jaarbasis. Als ik dezelfde rekenmethodiek voor een aantal toekomstige jaren hanteer, geeft dat volgend beeld:

    jaar 5 10 15 25 30
    bijtelling  €         400  €         799  €     1.199  €     1.998  €     2.400
    tarief 51,95% 51,95% 51,95% 51,95% 51,95%
    extra last  €         208  €         415  €         623  €     1.038  €     1.247

    Bij een lager belastingtarief is de extra last uiteraard ook lager.

    Conclusie

    “Huiseigenaren vinden het afschaffen van de Wet Hillen overhaast en onfatsoenlijk. Velen zien het als een bewijs van een onbetrouwbare overheid”, aldus de Vereniging Eigen Huis. Daar heeft de belangenbehartiger van huiseigenaren wel een punt. En daar was het 50PLUS (en de PVV) naar mijn mening ook om te doen. Afschaffing van de Wet Hillen is nadelig is voor de huiseigenaar zonder hypotheek. Het rekenvoorbeeld laat zien dat de financiële gevolgen ‘beperkt’ zijn, al is dat een relatief begrip. De volle impact van de nieuwe wet wordt pas op langere termijn gevoeld.

  • Pensioenleeftijd per 1 januari 2018 naar 68 jaar

    Niet alleen de AOW-leeftijd gaat omhoog, maar ook de pensioenleeftijd voor collectieve pensioenregelingen. Per 1 januari 2018 gaat deze van 67 naar 68 jaar. Dit heeft gevolgen voor werkgevers en werknemers.

    Waarom stijgt de pensioenleeftijd naar 68?

    We worden met z’n allen gemiddeld ouder. Hierdoor wordt het pensioen duurder: ouder worden betekent langer uitkeren en dat zorgt voor hogere kosten. Niet alleen voor het ouderdoms- maar ook voor het partner- en wezenpensioen.

    Wat zijn de gevolgen voor de werkgevers?

    Om de pensioenleeftijd in de regeling met de werknemers te verhogen moet je als werkgever instemming vragen aan werknemers en/of de ondernemingsraad/werknemersvertegenwoordiging. Ook al betreft dit een wijziging in de fiscale wet- en regelgeving. Als je als werkgever namelijk niets onderneemt, kan de huidige pensioenregeling (geldig tot 31.12.2017) vanaf 1 januari 2018 fiscaal bovenmatig zijn. Met alle gevolgen van dien.

    Wat zijn de gevolgen voor de werknemers?

    Het gat tussen de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd wordt vergroot. Je moet als werknemer dus ook een jaar langer doorwerken. Eerder stoppen met werken kan nog steeds, maar dan wordt de pensioenuitkering gekort. Je ontvangt dan een lager pensioen dan wat je had kunnen opbouwen als de pensioenleeftijd ongewijzigd op 67 was blijven staan.

    Conclusie

    De wijziging van de pensioenleeftijd naar 68 heeft voor alle betrokkenen (grote) impact. Communicatie is zeer belangrijk. Zowel van de pensioenverzekeraar naar de werkgever als naar de werknemer/deelnemer, maar vooral tussen werkgevers en werknemers onderling. Het advies aan de werkgevers: wacht niet tot eind 2017, maar start er nu al mee! Zie je hier tegenop of heb je er gewoon geen zin in? Neem dan contact met ons op; nemen wij deze taak van je over.

  • 1
  • 2

René Kortstra

Huizen

06 – 53 25 00 89

rene@kortstravanderwaal.nl

Frank van der Waal

Amsterdam

06 – 53 25 00 93

frank@kortstravanderwaal.nl

Wij bellen je voor een afspraak

Binnen 24 uur maken we een afspraak met jou.
Vul onderstaand formulier in en klik op verzenden.